Wat geschiedenis van het glas

Reeds ca. 3000 tot 4000 jaar maakt met glas. De Egyptenaren brachten reeds glazuur aan op hun aarden kruiken. Bij het begin van onze jaartelling doken in Syrië en Rome de eerste gracieuze vormen uit glas op. De Romeinen brachten tijdens hun kolonisatie de glasmakerskunst naar Noord-Europa. In de Renaissance werd Venetië, toen het middelpunt van de wereldhandel, her centrum van de glaskunst.Ook in die tijd kwamen ten noorden van de Alpen flessen van groenachtig glas in de handel. In de 16de eeuw begon men glazen met emailverven te beschilderen en versierde men in Venetië glazen door ze met een diamant te graveren. Deze graveertechniek werd pas door de betere kwaliteit van het glas mogelijk en vond navolging in Tirol, Duitsland, Engeland en de Nederlanden.Ofschoon in de stad van oorsprong, Venetië, maar weinig gegraveerde glazen gemaakt werden, kreeg dit soort versiering in de andere landen een veel groteren betekenis. In de 17de eeuw kwam uit Bohemen kristalglas, dat bijzonder geschikt was om te graveren. Tegelijkertijd begon men in Bohemen, Silenzië en Brandenburg glas door snijden, slijpen en graveren te verdelen. Tot in de 18de eeuw behoorde het graveren met een diamant tot de meest geliefde decoratietechnieken voor glas. Als motieven koos men bloemen, bladeren, ranken, dieren, wapens en inscripties. In Duitsland speelde het graveren geen belangrijke rol, omdat de Duitse meesters de voorkeur gaven aan her emailleren op glas. Er zijn daardoor weinig namen uit de Duitse graveerkunst bekend gebleven: Peter Wolff uit Keulen, die rond 1670 enige roemers versierde en signeerde en August Otto Ernst von dem Busch (1704-1774) een geestelijke die landschappen, bloemen en dieren vervaardigde. In het centrum van de diamantgraveerkunst, in de Nederlanden, werd de gravure tot aan het eind van de 19de eeuw als de meest geliefde techniek zorgvuldig in stand gehouden. Daar was ook een speciale graveertechniek, het stippen of pointilleren ontstaan. Met de diamantnaald tikte men, min of meer dicht bij elkaar, afhankelijk van het aanwezige motief, puntjes in het glasoppervlak. De uitvinder van deze vorm van versiering was Frans Greenwood (1680-1761), een in de Nederlanden woonachtige Engelsman, die daartoe door de goudsmeetkunst geïnspireerd was. Het stippen behoorde in de 18de eeuw tot de meest geliefde versieringstechnieken. Greenwood benutte met het stippen ten volle alle mogelijkheden, die licht en glas hem boden. Omdat onlangs het glasgraveren weer opnieuw ontdekt werd, heeft men een algemeen bruikbare methode en bijzonder goedkope diamantinstrumenten, de diamantboren, ontwikkeld.

Glas als materiaal

Als u begint met het graveren van glas gebruik  dan gewone gladde glazen. Er bestaat ook een verschil in zacht en hard glas. Dit is visueel niet waar te nemen. Als je met een diamantje over hard glas gaat zal dit niet zo makkelijk de tekening overnemen en zult u makkelijk uitschieten. Ook brokkeld dit glas makkelijker. Zacht glas daarintegen graveerd heel makkelijk, het diamantje zal heel makkelijk in het glas snijden en de lijnen mooier overbrengen. Ook heeft men bijna of helemaal geen last van rafelige kanten door splintering. Tot de zachte glazen behoren de kristallen glazen, die weliswaar duurder zijn, maar opvallen dor hun helderheid. Loodglas (hoe hoger het loodgehalte, des te zachter) is bijzonder geschikt om te greveren. Ook met de hand gemaakte en met de mond geblazen glazen zijn goed. In goede zaken heeft men voldoende zachte glazen die een mooie vorm hebben. Men zal u daar ook advies kunnen geven. Te dunne glazen zijn in het begin niet aan te raden, omdat deze zeer gevoelig zijn en bij sterke druk gemakkelijk breken. Gekleurd glas is ook makkelijk te graveren, maar de gravure komt minder tot haar recht dan bij kleurloos glas. Op kristalglas met een rode opliggende glaslaag ontstaan door het graveren fantastische optische effecten, die velen in verukking brengen.

 

Bron vermelding:  Glas Graveren, Ruth Brunner.